‘The only thing you have to do is be you’
‘Where the skyline meets the city’
‘Home, thats where the sunshine learned to shine’
Dit zijn niet mijn eigen woorden; het zijn citaten die prijken op de hekwerken die de bouwput tegenover onze flat onttrekt aan de weg. Wijsheden van projectorganisaties die investeren in Zuidas met de bouw van woningen, kantoren en voorzieningen. En waar ik inmiddels wel achter ben: waar groot gebouwd wordt, wordt groot gepraat.
Het is fascinerend te zien welke rol woorden spelen als je er op gaat letten. Zo ontstaat hiertegenover een ‘unieke hotspot met internationale allure en dynamiek tot aan de voordeur’. Je woont er ‘stijlvol, statig en royaal’ in hoge torens met de ‘uitstraling van Manhatthan.’
Maar opvallender nog dan het gebruik van grote woorden, is dat (toekomstige) bewoners met taal ook een bepaald soort leven in worden getrokken. Woon je hier, dan ben je ‘jong, ambitieus’ en ‘voortdurend op zoek naar positieve prikkels’. Je zal knallen in de sportschool, je hoofd leegmaken tijdens het hardlopen en de dag afronden met een wijntje op je dakterras. ‘Geen dag is hetzelfde en routine betekent sleur. Dáárom kies je voor het leven op de Zuidas. Wees jezelf en geniet van het leven.’ Waarvan akte.
Wij hebben een huis gekocht buiten Amsterdam. Een dorp, een nieuwbouwwijk, het tweede huis in een rijtje van acht. Ook hier probeert de projectontwikkelaar met woorden potentiële bewoners aan te trekken. Maar hoewel de huizen aanzienlijk groter zijn dan in het Amsterdamse, is de taal beduidend kleiner. Je woont er ‘heerlijk rustig’ in een ‘buurtje’ dat herkenbaar is door een eigen karakteristieke stijl. Er heerst een ‘vriendelijke sfeertje’ in de ‘groene wijk’ waar mensen ‘elkaar groeten, een praatje maken of even komen buurten.’ Op de folder vliegen eenden over de keurige rijtjes, groene heggen en vierkante meters gras. ‘Je voelt je er thuis.’
Woorden als bouwstenen. Van een huis, een thuis, een leven.
Gelukkig kan ik mijn eigen woorden kiezen.