Alleen-zijn is voor mij een ultieme vorm van vrijheid. Ik ben graag alleen. Het is de manier waarop ik weer tot mezelf kom en nieuwe energie opdoe. Maar deze week werd me een spiegel voorgehouden. Dat ik geen moeite heb met alleen-zijn heb ik namelijk niet aan mezelf te danken, maar aan de mensen om mij heen.
In het februari-nummer van Filosofie Magazine pleit het artikel De kunst van het alleen-zijn ervoor om vaker de afzondering op te zoeken. Alleen-zijn is heilzaam, zou ruimte geven om tot ontplooiing te komen en je dichter bij jezelf, ‘het Leven’ en anderen brengen. Toch kan alleen-zijn volgens dit artikel gepaard gaan met ‘gevoelens van eenzame opsluiting, falen, beproeving of confrontatie met je eigen binnenwereld’. Dat je je ‘stiekem een beetje mislukt voelt als er op vrijdagavond niemand is om mee af te spreken’.
Toegegeven: in eerste instantie betrapte ik mezelf op een gevoel van trots. De kunst van het alleen-zijn? Die beheers ik allang! Ik ben heel graag alleen en ervaar dat als een ultieme vorm van luxe en vrijheid. Alleen-zijn is voor mij noodzakelijk om op te laden en me weer vol energie onder anderen – waaronder mijn gezin – te begeven. Maar naarmate ik langer over dit onderwerp nadacht, besefte ik dat ik dat helemaal niet aan mijn alleenige zelf te danken heb, maar juist aan de mensen om mij heen.
Ik kan niet alleen-zijn dankzij mezelf, ik kan alleen-zijn dankzij de mensen om mij heen
Alleen-zijn gaat verder dan goed met jezelf in een ruimte kunnen zijn. Het gaat er juist om wat er rondom dat alleen-zijn bestaat. Wanneer ik alleen ben verkeer ik alsnog in de wetenschap dat mijn man ’s avonds naast me ligt, dat onze kinderen straks weer om het hardst ‘mijn mama!’ roepen, dat de deur van mijn ouders altijd openstaat en ik altijd bij mijn vriendinnen terecht kan. Mijn leven kent een solide basis. Ja, dan is het makkelijk alleen-zijn.
Maar wat als je betekenisvolle vriendschappen mist. Wat als je geen relatie (meer) hebt en dat wel graag wilt. Wat als je geen ouderlijk huis hebt om binnen te vallen. Wat als je geen luisterend oor vindt bij mensen om je heen. Wat als je op je werk op eieren loopt. Wat als je je zelfs eenzaam voelt als je onder de mensen bent. Dan is met voldoening alleen-zijn niet vanzelfsprekend. Dan kan het echt hard werken worden.
Ik neem mij voor om meer oog te hebben voor hen voor wie alleen-zijn geen luxe maar noodzaak is. Zodat ik voor hen ‘die ander’ kan zijn.